CONCEPTUELE KUNST IN NEDERLAND EN BELGIE; 1964-1975
BAJ JAN ADER
Ader volgde samen Amsterdam een opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs. Na enkele avontuurlijke (zee)reizen belandde hij met Ger van Elk op een kunstopleidingsinstituut in Los Angeles. In de jaren zestig studeerde hij kunst en filosofie in Californië.
Werk

Zijn werk bestaat voor een groot deel uit performances, waarin fotografie en film een belangrijke rol spelen. Zijn kunst is geïnspireerd door de zwaartekracht en andere fysische verschijnselen. Hij maakte daarvan verschillende korte filmopnames waarin hij zichzelf aan het vallen bracht.

Eén daarvan is opgenomen in het Amsterdamse bos en heet Broken Fall (organic) waarin hij zich uit een boom in het water laat vallen. In een andere film zit hij op een stoel op het schuine dak van een huis, waar hij vervolgens ook vanaf valt; in een van zijn andere korte films houdt hij zo lang als hij kan een zware steen vast die op een lamp valt wanneer hij het niet meer volhoudt: in al deze films is er een bijna fysiek tastbaar element van spanning, van suspensie, van anticipatie van het onvermijdelijke.


In de korte film (3:21 min) getiteld "I'm too sad to tell you" tracht hij te wenen voor het oog van de camera. Ader was altijd zoekend en wordt ook wel getypeerd als een onderzoeker. 'Het moment van overgave', hunkering, subjectiviteit en verbazing zijn sleutelwoorden in de onderwerpen van zijn oeuvre.
CARL ANDER
Carl Andre is een Amerikaanse minimalistische beeldhouwer.

anaf de jaren '60 ging Andre zich toeleggen op zijn bekende sculpturen gemaakt uit vaak eenvoudige, makkelijk verkrijgbare materialen.

In zijn vroege werk citeerde hij naar Constantin Brancusi in grotendeels houten, verticale werken.

In deze periode maakte Andre vooral grote verticale werken, die in de beginfase nog door hem werden bijgewerkt, maar die hij onder invloed van andere minimalistische kunstenaars uiteindelijk onbewerkt liet.


De werken van Carl Andre behoren tot de minimal art. Het werk van Andre heeft als belangrijkste thema het doorklieven van de ruimte door middel van een object. Zo zijn er sculpturen die bestaan uit op elkaar gestapelde bakstenen die de imaginaire looproute van bijvoorbeeld een museumzaal doorbreken.
Zijn conceptuele werken worden vaak in boekvorm gepresenteerd.Deze werken laten een verwantschap zien met het werk van Hanne Darboven of On Kawara.

Brouwn werd uitgenodigd voor deelname aan documenta 5 in 1972 in de Duitse stad Kassel in de afdelingen Individuelle Mythologien: Video en Idee + Idee/Licht. Hij was eveneens aanwezig op documenta 6 in 1977 en documenta 7 in 1982. Hij was de winnaar van de David Roëll Prijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds in 1980, de Sandbergprijs in 1987 en de Oeuvreprijs van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst in 2000.

Hij maakte in 1984/85 het werk Project voor het Rijksmuseum Kröller-Müller voor het Beeldenpark van het Kröller-Müller Museum in Otterlo, bestaande uit tien tekstborden als markering bij de tien beginpunten van door hem gelopen afstanden in de beeldentuin.[1] Het Kröller-Müller Museum bezit voorts een uitgebreide collectie werken van Brouwn.
De kunstenaar woont en werkt sinds 1957 in Amsterdam. Hij was hoogleraar aan de kunstacademie in Hamburg.
STANLEY BROUWN
JAN DIBBETS
Dibbets volgde een opleiding tot tekenleraar, vertrok vervolgens naar Londen, waar hij studeerde aan het Central Saint Martins College of Art and Design, en begon met het uitvoeren van conceptuele werken in parken, tuinen en op het strand.

Zijn internationale doorbraak kwam met zijn 'perspectiefcorrecties' in 1969. Daarin maakte hij met behulp van fotografie aanpassingen in de waarneming van simpele vormen, die hij tekende op vloeren, muren of uitzette in het gras of zand. Met het het nauwgezet rangschikken van foto's binnen een werk maakte hij panorama's van door hemzelf aangepaste vergezichten, Dutch Horizons. Zijn werk werd in 1966 en 1967 in Amsterdam tentoongesteld door galerie Swart.

Als conceptueel kunstenaar wordt hij in Nederland in dezelfde stroming ingedeeld als Wim T. Schippers, Marinus Boezem en Ger van Elk. Nog altijd werkt Dibbets veel met fotografie. Ruimte en waarneming spelen een belangrijke rol in zijn werk. Evenals tijd en licht.

Jan Dibbets nam als kunstenaar deel aan de documenta vijf en zes (1972 / 1977). Tussen 1984 en 2004 onderichtte hij aan de kunstakademie van Düsseldorf. Eerder was hij begeleider aan de kunstopleiding Ateliers '63 in Haarlem. Jan Dibbets woont en werkt in Amsterdam.
DOUGLAS HUEBLER
Douglas Huebler groeide op op het platteland van Michigan tijdens de Depressie en diende bij de marine in de Tweede Wereldoorlog . Na de oorlog , gefinancierd door de GI Bill , Huebler verdiend en masters zijn bachelor aan de universiteit van Michigan , en later ging studeren aan de Academie Julian in Parijs. Hij werkte enkele jaren als een commerciële kunst illustrator in New York als hij vestigde zich als kunstenaar .

In eerste instantie een schilder , Huebler verhuisd naar geometrische Formica sculpturen produceren in de vroege jaren '60 , die hem met de minimalistische beweging uitgelijnd. In 1969 nam hij deel , met Joseph Kosuth , Robert Barry en Lawrence Weiner , in een mijlpaal tentoonstelling van conceptuele kunst samengesteld door Seth Siegelaub .

Als onderdeel van de show , Huebler uitgegeven een van zijn beroemdste uitspraken : " De wereld is vol van objecten , meer of minder interessant , ik wil niet meer toe te voegen . " Hij begon de productie van werken in tal van media vaak met documentaire fotografie , kaarten en tekst naar sociale omgeving en het effect van het verstrijken van de tijd op objecten te verkennen .

Een representatief voorbeeld van het vroege werk Huebler is Duur Piece # 5 , 1969 , een reeks van tien zwart- wit foto's met bijbehorende tekst , om het stuk te documenteren , Huebler stond in Central Park , en elke keer dat hij hoorde een vogel oproep , wees hij zijn camera in de richting van het gesprek en schoot een foto . In 1971 , begon hij "Variable Piece # 70 ( In Process ) Global , " waarvoor hij stelde zijn voornemen " om fotografisch documenteren het bestaan ​​van iedereen in leven . " In de jaren 1980 en '90 , Huebler introduceerde de schilderkunst in zijn conceptuele kunstwerken , het creëren van een persona hij noemde " de Grote Corrector , " die werken nam door meesters als Picasso , Matisse , Bruegel en Jeroen Bosch en probeerde om " ze beter te maken . " Voor zijn serie " Buried Treasure " , tekst waarin over de gewetenloze dealer , Huebler schildert nep Monets , Van Goghs , Gauguins en De Chirico
JOSEPH KOUTH
n 1965 presenteert hij zijn eerste conceptuele werk, One and three chairs. Dit werk bestaat uit een houten stoel, een foto van een stoel en de ‘stoel uit het woordenboek'. Kosuth stelt zichzelf de volgende vragen: Is een stoel een stoel? Is een foto van een stoel ook een stoel? Is de definitie van een stoel een stoel? Is de definitie van een stoel méér stoel dan een echte stoel of een foto ervan? Waarom zou de definitie van een stoel minder stoel zijn dan de stoel zelf? Enzovoorts.
Kosuths overwegingen hebben iets didactisch en lijken op de ideeënleer van Plato. Plato laat echter de verdienste van de timmerman in het midden en vindt de schilder slechts een nabootser van het echte. Kosuth laat daarentegen naast de abstracte stoel ook ruimte voor de stoel van de meubelmaker en de afbeelder. In Kosuths latere werk richt hij zich alleen nog op tekst.

Kosuth legde zijn opvattingen over Art As Idea As Idea vast in enkele essays, uitgebracht onder de titel Art after Philosophy (1969). Deze kwam voort uit zijn onderzoek in 1966-1967 First Investigations (subtitled Art As Idea As Idea). Hierin gaf hij woordenboekdefinities weer van de volgende woorden: water, meaning, idea, nothing, painting, silence, to paint en ultimate. Deze werden soms ook in andere talen weergegeven.
Vanaf 1968 maakt Kosuth een serie werken waarin hij onderzoekt hoe de context de waarneming van het werk beïnvloedt. Kosuths project om de wereld fragmenten van haar eigen beschrijving terug te geven, werden via advertenties in kranten en tijdschriften en via pamfletten, posters, spandoeken en affiches over de gehele wereld verspreid. Kosuth gebruikt een categorische beschrijving van de wereld, als middel voor zijn onderzoek naar ons denken over kunst. De diverse media gaven hem de mogelijkheid te ontsnappen aan de beperkingen van de traditionele media en galerie of museum te ontwijken.


LAWRENCE WEINER
Lawrence Weiner ( Bronx, NY, 10 februari 1942) is een Amerikaans kunstenaar en een centrale figuur in de ontstaansgeschiedenis van de conceptuele kunst, een kunststroming die in de jaren '60 van de twintigste eeuw haar opgang maakte in de Verenigde Staten.

Zijn werk kenmerkt zich vaak door het gebruik van typografie.
SOL LEWITT
LeWitt heeft sinds 1965 honderden solo-exposities gehad in musea en galeries in de Verenigde Staten en Europa. Zijn werk varieert van tweedimensionale werken als Wall drawings, waarvan hij er meer dan 1200 heeft gecreëerd, en foto's en honderden werken op papier tot driedimensionale sculpturen (of structures, waarvan hij bij voorkeur sprak) als 'towers', 'pyramids' en 'geometric forms'. Deze werken variëren in formaat van maquette tot monumentaal.

Het werk van Sol LeWitt wordt gerekend tot de minimal art, net als andere conceptuele kunstrichtingen een kunstrichting waar de betekenis meer ligt in de ideeën dan in de materiële uitwerking ervan. Of anders gezegd: de uitvoering was minder belangrijk dan het concept. Hij schreef: "Banale ideeën kun je niet redden door een degelijke uitvoering, het is moeilijker om goede ideeën te verprutsen." Opvallend bleef

LeWitt werken met basisvormen zoals bol, driehoek en kubus, meestal in glad en wit materiaal. De ruimtelijke constructies van LeWitt tonen veelvuldig de ribbenstructuur van witgeschilderde kubussen of delen daarvan, in gevarieerde reeksen en gerangschikt volgens bepaalde modules. De systematiek, gebaseerd op beslissingen over onder meer vorm, structuur, ordening en maat, ligt steeds vast in concepten die het uitgangspunt vormen voor al het werk van LeWitt